Sopropo, je moet er van gaan houden. Deze Surinaamse groente, die er uitziet als een gemuteerde kruising tussen een komkommer en courgette heeft namelijk een flinke bittere smaak. Maar gebakken met knoflook en ui vind ik het helemaal het einde. Lekker met rijst en bruine bonen met kip. Surinamers noemen het ook wel karaila (de Hindoestaanse naam) en vullen het ook graag met gehakt.
Voor kinderen is dit geen feest, want je moet echt wennen aan de bittere smaak. Alsof je voor de eerste keer spruitjes geeft aan een Hollands kind en “je vindt dit echt lekker” erbij zegt. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er ook aan moest wennen toen ik het voor het eerst at. Maar nu…kom maar op met die sopropo!
Schoonmaken van sopropo
Eerst was je de sopropo, eventueel nog met zout om de bitterheid iets weg te halen. Snijd de sopropo dan in de lengte doormidden en haal met een lepel het witte zachte deel eruit. Alsof je een komkommer leeg schraapt. Snijd het dan in dunne halve maantjes.
Wat je nodig hebt als bijgerecht voor 3-4 personen
– 1 grote sopropo (te koop bij de Surinaamse toko)
– 1 kleine of 1/2 grote ui
– 2 teentjes knoflook
– zonnebloemolie
– zout of 1 klein Surinaams maggiblokje
Wat je gaat doen
Maak de sopropo schoon zoals hierboven staat omschreven. Hak de ui en knoflook helemaal fijn.
Verwarm 2 eetlepels zonnebloemolie in een wok en fruit hierin de ui en knoflook. Als je het echt op de Surinaamse manier bereidt dan voeg je hier ook het maggiblokje aan toe en anders breng je de sopropo later op smaak met wat zout.
Zet het vuur onder de wok hoog en roerbak de sopropo 2 minuten terwijl je constant blijft roeren. Zet het vuur laag en laat de sopropo zo’n 10 minuten zachtjes sudderen. Ik vind het altijd lekker als het nog net een bite heeft en zet dan het vuur uit.