De crumble is een van oorsprong Brits/Iers dessert. En wat mij betreft het ultieme dessert voor de herfst en winter. Het is ontzettend snel klaar en smaakt hemels. Voor deze versie heb ik gekozen voor appel en aardbei. Maar er zijn een hoop andere fruitsoorten ook voor geschikt, zoals abrikozen, pruim, bessen en perzik. En ook met rabarber is een crumble heerlijk, maar dat seizoen is helaas alweer over. Qua koolhydraten en calorieën zit je bij dit gerecht aan alle kanten fout, dus als je op zoek bent naar een licht dessert dan moet je op deze pagina snel weg gaan 😉
Wat je nodig hebt voor 4-6 personen:
300gr bloem, gezeefd
225gr bruine suiker
200gr ongezouten boter, op kamertemperatuur en in blokjes
400gr appels (lichtzuur is lekker voor dit recept)
400gr aardbeien
1tl kaneel
nog wat extra bloem en boterÂ
Wat je gaat doen:
Verwarm de oven voor op 180gr.Â
Neem een schaal en doe hier de bloem en 175gr bruine suiker in. Meng dit goed door. Ga nu de blokjes boter er stuk voor stuk doorheen mengen. Doe dit niet met je hele handen (oftewel, ga niet kneden), maar meng dit er doorheen met je vingertoppen. Zo krijg je dat het mengsel uiteindelijk eruit gaat zien als droge broodkruimels.
Schil de appels en verwijder de kroontjes van de aardbeien. Snijd beiden in stukken en doe deze in een langwerpige ovenschaal (die je eerst hebt ingevet). Strooi er 50gr bruine suiker, een beetje bloem en de kaneel over en meng dit voorzichtiger met een spatel door elkaar. Voeg als laatste de crumble over het fruit heen, je sluit hier het fruit mee af alsof het een dak is.
Bak de crumble zo’n 30-45 minuten in de oven totdat de crumble mooi bruin en het fruit lekker aan het borrelen is.
Serveer de crumble warm en samen met wat vanille roomijs, dikke room of custard. Enjoy!
Met dank aan Shirley voor de inspiratie 🙂