Ik had ze zelf nog niet eerder gemaakt. Van die smeuïge kaneelbroodjes voor bij het ontbijt. Op een laag karamel en overgoten met vanille frosting. Aan de slag dus en wat hebben wij ervan genoten. Het deeg is zelfgemaakt en dat is prima te doen. Je moet er alleen wat tijd voor uittrekken, want het moet 2 keer rijzen. Een deel kun je de avond ervoor al doen, vervolgens bewaar je het (goed afgedekt) in de koelkast en laat je de laatste rijs in de ochtend plaatsvinden. Je hoeft ze daarna alleen nog in de oven te schuiven. Of je bakt ze de dag ervoor en piept de schaal ‘s ochtends op in de oven.
Wat je nodig hebt voor 12 kaneelbroodjes
– 180ml karnemelk
– 75gr boter, kamertemperatuur
– 350gr tarwebloem
– 7gr (1 zakje) gist
– 1tl zout
– 5el rietsuiker
– 1 ei, losgeklopt
– 100gr kristalsuiker
– 50ml slagroom
– 2el kaneel
– 2 tot 3el rozijnen
– optioneel: 2el grof gehakte pecannoten
– 75gr poedersuiker
– 1,5 el melk
– 1tl vanille extract
Wat je gaat doen
Voorbereiding: 45 minuten + Rijzen: 2 uur + Oven: 25 minuten
Meng de karnemelk en 50 gram boter in een steelpannetje. Zet op laag vuur en laat de boter smelten, draai daarna het vuur uit. Roer de bloem, gist, zout en 2 eetlepels rietsuiker in een kom door elkaar. Schenk daarna het lauwe karnemelk-botermengsel erbij samen met het losgeklopte ei en roer door elkaar. Kneed vervolgens 6 minuten in de keukenmachine totdat je een elastische bol deeg hebt (het is niet erg als het nog een beetje plakt). Dit kan natuurlijk ook met de hand. Dan ben je zo’n 10 minuten bezig. Leg de bol in een kom en dek af. Laat 60 minuten rijzen op kamertemperatuur.
Maak in de tussentijd de karamel. Doe de 100 gram kristalsuiker in een pan met dikke bodem en schenk er 2 eetlepels water bij. Zet het vuur medium tot hoog en laat de suiker smelten. Roer hierbij niet, maar draai de pan af en toe rustig rond. Verwarm de slagroom in een ander steelpannetje zodat deze op dezelfde temperatuur komt als de suiker. De suiker gaat borrelen en wordt op een gegeven moment bruin. Haal de pan dan van het vuur en roer de slagroom en 25 gram boter er rustig door. Pas op, want de karamel is erg heet en kan borrelen. Ga ook niet proeven, want je verbrandt geheid je tong. Zet de pan weer op het vuur en laat nog een paar minuten pruttelen op laag vuur. Vet een rechthoekig bakblik of grote ovenschaal in en schenk de karamel op de bodem.
Meng 3 eetlepels rietsuiker en 2 eetlepels kaneel in een kommetje. Haal het deeg uit de kom en kneed nog 1 minuut rustig door. Rol daarna uit tot een rechthoek en verdeel het kaneel-suikermengsel er gelijkmatig over. Strooi de rozijnen erover. Rol de lap deeg in de lengte op tot een dikke rol en snijd hier 12 stukken van. Leg deze met de snijkant in je bakblik, op de karamel en bestrooi met de grof gehakte pecannoten. Nu kun je 2 dingen doen. Of je dekt het blik zeer goed af en zet ‘m in de koelkast tot de volgende ochtend. Of je gaat door met de volgende stap in het recept. En dat is dat je het nog 1 uur laat rijzen. Je zult zien dat de kaneelbroodjes dan verdubbelen in omvang.
Verwarm in de tussentijd de oven voor op 175 graden. Bak de kaneelbroodjes in 20-25 minuten totdat ze net gaar zijn en goudbruin aan de bovenkant. Laat iets afkoelen op een rek en maak in de tussentijd de frosting. Roer 1 el melk door de poedersuiker in een kommetje tot je een glanzende frosting hebt. Voeg extra melk toe als het nog te dik is, voeg extra poedersuiker toe als het te vloeibaar wordt. Roer als laatste de vanille extract door. Druppel een deel over de kaneelbroodjes en serveer de rest erbij.
Als je ze de avond ervoor al helemaal maakt en bakt, schenk je er nog geen frosting over. Je piept ze ‘s ochtends dan eerst op in de oven en gaat daarna pas aan de slag met de frosting.
Recept & fotografie: Francesca
