Of ik mee wilde om Culinair Curaçao te ontdekken was de vraag… Je begrijpt dat ik niet heel lang over mijn antwoord heb na hoeven denken. Ooit ben ik een weekendje in Curaçao geweest wat natuurlijk veel te kort was om het eiland te leren kennen. Maar door de vrolijke kleuren, het heerlijke weer en al die tinten blauw wist ik wél zeker dat ik graag terug wilde komen. Van het eten destijds stond me eigenlijk niet zoveel meer bij. Ik was dus meer dan benieuwd naar de culinaire kant van dit eiland en stapte vol enthousiasme het vliegtuig in (dat ik met dank aan de lieve grondstewardessen van de KLM nog net wist te redden).
Wat je moet weten over Curaçao
Hier eet men stevig in de ochtend en/of vroege middag, ‘s avonds alleen iets heel lichts en dan na een uurtje of 21.00 nog een snack in de vorm van een lekker (groot) stuk vlees bij een lokale snek of truck di pan. Echte Curaçaose eten bijna nooit ‘s avonds in een restaurant, hier vind je dan ook vrijwel alleen bezoekers van het eiland. Waar trouwens helemaal niks mis mee is, want er zijn een heleboel zalige restaurants die je ondanks de toeristen niet als ‘tourist traps’ af moet doen. Check wel altijd even goed de openingstijden voor je gaat.
Ook is het handig om een auto te huren, want alles ligt verspreid over het hele eiland. Wat op zich niet zo groot is, maar alles gaat hier met de auto. Lopen en/of gebruik maken van het OV zie je niet zoveel en is dus geen aanrader.
En dan nu de tips!
In deze blog neem ik jullie vooral mee naar lokale hotspots. Weinig luxe maar overheerlijk eten. Precies waar ik zo van hou.
Marshe Bieu & Barber
Begin doordeweeks je dag als een echte local met een stevige maaltijd bij Marshe Bieu of ga op zondag naar de markt in Barber. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter de voorraden nog zijn. Marshe Bieu sluit om 15.00 en Marshe Barber om 12.00. Gouden tip: ga echt op tijd, zo rond 10u.
Wij aten bij Marshe Bieu een rondje kaart en dat kan ik iedereen aanraden: Lionfish, funchi (maismeel), tutu (black eyed pea), kabritu stoba (geitenstoof), en galina stoba (kippenstoof).
In Marshe Barber aten we alleen een pompoenpannenkoekje (urepa pampum) want het was echt vlak na het ontbijt, maar het smaakte hemels. Laat je wel goed informeren, of hou Google translate bij de hand want ze eten hier ook graag stoofschotels (of soep) met bijvoorbeeld lever. Moet je van houden!
Laat je niet afschrikken door het eenvoudige voorkomen van beide markten. Je gaat hier ontzettend lekker eten. Mijn persoonlijke nieuwe favoriet is trouwens tamarinde. Ze maken er hier een bevroren limonade van. Ziet er niet uit, maar is lekker fris!
Zwemmen, snorkelen & verse vis
Het wordt erg vroeg donker op Curaçao, vanaf 19u is het licht echt al uit. Het is een veilig eiland, maar het beste is wel om voor zonsondergang van de lege stranden af te zijn, want dan wordt het pikdonker.
Playa Lagun
Een heerlijke baai waar je kunt snorkelen en een druk onderwater leven tegenkomt. Locals vangen hier zelf visjes en maken gretig gebruik van de openbare barbecueplaats op het strand.
Maar je kan er ook lekker terecht bij de Bahia Beach Bar waar ik zowaar wat vegetarische gerechten op de kaart zag staan. En er zitten ‘tamme’ leguanen. Moet je leuk vinden natuurlijk.
Playa Piscado / Playa Grandi
Twee namen voor dezelfde plek, ook een vissersbaai. Hier heb je grote kans om schildpadden te zien die op het visafval af komen. Je koopt hier kakelverse vis voor thuis, of eet het in één van de stalletjes.
Purunchi
Purunchi is een piepklein zaakje (reserveren is dus nodig) waar je heerlijke verse vis kan eten. Alles gaat hier wel in de frituur, maar ik vond het ultiem genieten. Je eet de vis met rijst, funchi of tutu met pika en Kriyo saus. Bestel hier een dagschotel en je gaat voor 25 gulden voldaan de deur weer uit.
Time to (m)eat!
Ze weten op Curaçao heel goed hoe je vlees bereidt. Elke hap die ik nam was heerlijk! Als je ‘s avonds ineens een foodtruck ziet staan met een rits auto’s eromheen, dan ben je bij een truck di pan aangekomen! Hier snackt Curaçao ‘s avonds een lekker stukje vlees en eet dat in de koele airco weer op 😉 Tip: ga opzoek naar de Barbecue Express.
Een andere plek waar je de lokale bevolking vindt, is bij een lokale snek. Dat is een minisupermarkt en tegelijkertijd een kroeg. Je koopt hier dus bijvoorbeeld chips en een biertje, voor supermarktprijzen, maar dan drink en eet je het daar meteen op. Er zijn er talloze op Curacao maar het ziet er niet zo gezellig uit met tralies voor de ramen. Je moet daar wel bij ‘durven’ te gaan staan. Omdat de lokale bevolking van Curacao niet heel rijk is, is dit voor hen juist een uitkomst.
Williwood
Williwood is van oorsprong een lokale snek, maar is wat meer uitnodigend geworden. Elke zondag beheert de buurman (Bas Harts) de barbecue en komen er heerlijke gamba’s, kip of runderspiezen vanaf. Je kan natuurlijk ook gaan voor hun beroemde geitenburger. Lekker een drankje erbij en als je mazzel hebt doe je ook nog een dansje op live muziek. De lokale bevolking vind je er wel minder omdat de prijzen hoger zijn dan toen het een lokale snek was en dat willen (of kunnen) ze niet betalen.
Equus
Om geld te verdienen om hun paarden te kunnen onderhouden opende deze voormalige paardenstal elke vrijdag een restaurant. Inmiddels zijn er geen paarden meer, maar gelukkig is het restaurant er nog wel! Ook hier komen goddelijke spiezen aan tafel, die ze ophangen aan je parasol (echt hoor!). Je plukt de stukken vlees met bijzonder lekker knoflookbrood er vanaf, bestek krijg je namelijk niet en drinken haal je gewoon zelf aan de bar. Maar, het is het waard. Echt. Je moet wel een beetje geluk hebben om een plekje te bemachtigen, dus voeg je bij de wachtenden om 18u en maak voor de zekerheid een plan b.
Dit is een bijdrage van gastblogger Bo die op uitnodiging van Curaçao Toerisme op culinaire ontdekking over het eiland ging. In de volgende blog laat ze je wat meer de luxe kant van Curaçao zien, met tips voor de modernere Caribische keuken en beste borrelplekken.