Ik liep van het weekend door de tuin van mijn moeder en zag daar een enorme kist met Gieser Wildeman peren staan. Nou woont zij ongeveer tussen de boomgaarden in dus dat is geen verrassing. En drie keer raden wat ik met die heerlijke onbespoten peertjes wilde maken. Precies: stoofperen. Als het buiten donker en kouder wordt is het er weer tijd voor. Die heerlijk zoete en zachte peertjes die je zo goed kunt combineren met wild en stoofgerechten. Of als dessert met een bolletje ijs. Mijn versie van stoofperen is met alcohol, maar je kunt er ook voor kiezen om ze in de rode bessensap te koken zodat ook de allerkleinsten er van kunnen eten.
Wat je nodig hebt als bijgerecht voor 4 personen
– 1/2 kilo stoofperen (Gieser Wildeman of Saint Rémy)
– 100ml rode wijn
– 100ml rode port
– 50gr rietsuiker (als je de Saint Rémy gebruikt dan ook iets meer suiker toevoegen)
– 1 kaneelstokje
– 1 steranijs
– 2 kruidnagels
Wat je gaat doen
Schil de stoofperen dun, maar laat het steeltje zitten. Zet de peren in een pan en voeg alle ingredienten toe. Schenk er daarna nog water bij totdat de peertjes net onder staan.
Laat de peertjes 2 tot 3 uur op heel zacht vuur stoven. Draai ze na een uur even rustig om zodat ze rondom die mooie dieprode kleur krijgen.
Haal de peertjes daarna voorzichtig uit de pan en zet ze in een iets diepe schaal. Kook het overgebleven sap verder in tot een siroop en schenk die over de peertjes. Je kunt de peertjes zowel warm als koud serveren. Maak je ze een dag van te voren? Bewaar ze dan in de koelkast tot gebruik.